Skellig-eilanden

Twee puisten voor de kust van Ierland, dat zijn de Skellig-eilanden. Ze liggen op11 kilometer van het vasteland. De eilanden zijn uitgeroepen tot Werelderfgoed door UNESCO. Als je ze bezoekt begrijp je al snel waarom. Hier ligt de geschiedenis voor het oprapen, terwijl het tegenwoordig vooral een plek is voor duizenden vogels.

Als je een bootexcursie maakt is dit het eiland dat je als eerste ziet. Het eiland is niet toegankelijk, maar zit vol met zo'n 20.000 broedparen van vogels. Je vaart langs het eiland en krijgt veel uitleg van de gids. Het is een goede plek voor foto's. 

Dit is verreweg het grootste eiland. Skellig Michael, ook wel bekend als Great Skellig, is alleen in het late voorjaar en de zomer te bezoeken. Dit eiland ligt een kilometer verder dan Little Skellig. De top is maar liefst 218 meter hoog en er broeden ongekend veel vogels. Daarnaast kun je hier goed wandelen, al zijn de paden vaak wel wat steil. Maar het is de trip absoluut waard.

Op Skellig Michael staat een eeuwenoud klooster, dat op 180 meter hoogte ligt. Je zult dus een stukje moeten klimmen om het te zien. Dit is een mythische plek, want niemand weet hoe oud het klooster is. Waarschijnlijk is het rond de 7e eeuw gebouwd op de steile zijden van dit rotsachtige eiland.

De unieke gestapelde stenen zijn tevens een uniek voorbeeld van een vroege religieuze nederzetting. En dat bewust op een afgelegen plek. Mede daarom heeft het oorlogen en ander onheil overleefd. De gebouwen zijn door erosie aangetast, maar zeker het bezoeken waard.

Volgens de lokale legendes zijn de monniken zelfs naar Amerika gereisd met een boot. Oftewel, dit was eeuwen eerder dan Columbus. Al is er nooit echt bewijs voor gevonden. Zeker is wel dat de Vikingen hier verschillende malen zijn geweest.

De eilanden vormen een vogelreservaat. Deze twee eilanden zijn vooral beroemd vanwege de populatie Jan-van-genten en papegaaiduikers. Als je de eilanden bezoekt zie je de jan-van-genten vooral in de lucht vliegen. En met geluk in zee duiken om een visje te verschalken. Er broeden meer dan 20.000 van deze vogels, waardoor het een van de grootste kolonies ter wereld is.

De papegaaiduikers zie je zowel in de lucht als op Skellig Michael. Er broeden zo'n 4.000 dieren hier. Bijzonder is ook de alpenkraai, die je hier kunt zien. Hij lijkt op onze kraai, maar heeft rode poten en een rode snavel. Ook de slechtvalk kun je hier zien op jacht naar jonge dieren.

Op de eilanden zelf kun je niet overnachten. Dit kan wel in het nabij gelegen stadje Portmagee, waar ik ook heb geslapen. Hierdoor kun je bijvoorbeeld de volgende dag vroeg op pad. In en rond het stadje zijn enkele goede restaurants en gezellige bars, maar ook diverse kleine hotels, vakantiewoningen en appartementen die je eenvoudig kunt huren. Wees er wel op tijd, aangezien het hier druk kan worden.

Bekijk de leukste accommodaties

Het grootste eiland, Skellig Michael, is te bezoeken met een boot. Het is een heerlijke plek om te wandelen. Je kunt ook het klooster bezoeken, alsook de andere locaties uit de diverse films die hier zijn opgenomen.

Little Skellig is een steil, rotsachtig eiland zonder vegetatie. In tegenstelling tot Skellig Michael is Little Skellig niet voor publiek toegankelijk, maar vanaf een boot kun je de kolonies Jan-van-genten zien. Alsook in de lucht om je heen. Een machtig gezicht.

Vanuit het stadje Portmagee vertrekken diverse bootjes. Hou rekening met een ruige zee, of dat een tocht niet door gaat vanwege het weer. Zorg er daarnaast voor dat je ‘landing’ tour boekt. Oftewel, eentje waarbij je landt op het grote eiland om daar te kunnen wandelen. Er zijn ook ‘sightseeing’ tours, waarbij je alleen rondom de eilanden vaart.