blijf op de hoogte!
blijf op de hoogte!
Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief
Dit is de plek van de grootste hagedis ter wereld; de Komodovaraan
220 personen hebben dit op hun Bucket List staan.
72 personen zijn hier geweest
De Komodo Eilanden in Indonesië zijn beroemd en berucht. De meeste mensen komen naar deze eilandengroep om de komodovaraan te zien. Maar hier is meer te doen. Dit natuurgebied kun je eenvoudig bezoeken. Tijdens mijn rondreis door Indonesië ben ik hier meerdere dagen geweest. Dit zijn de bezienswaardigheden van de Komodo Eilanden verzameld. In dit artikel heb ik tevens mijn tips gebundeld voor jouw bezoek aan deze unieke eilanden.
Komodo National Park is samen met het eiland Rinca dé plek om de Komodovaraan te zien. Dit is de grootste hagedis ter wereld en levensgevaarlijk voor mensen. De dieren laten zich goed bekijken in de ruige natuur op het eiland. De excursie naar dit unieke dier is het hoogtepunt van je bezoek.
Deze eilanden worden vaak drakeneilanden genoemd. Het gaat om de eilanden Komodo, Rincon en Flores. De Engelse naam van de Komodovaraan is toepasselijk Komodo dragon. Deze dieren hadden lang een slechte naam. Waardoor de eilanden lang door mensen werden gemeden. Maar meer en meer mensen zien in dat het dier uniek is.
Op de Komodo Eilanden leven ongeveer 5.000 Komodovaranen. Ze kunnen wel 3 meter lang worden en wegen dan 90 kg. Je mag de eilanden alleen onder begeleiding van een parkwachter betreden. Deze kun je zowel op Rinca als Komodo zelf huren, met name in de dorpjes en bezoekerscentra. Dit is om het dier, maar ook om jou te beschermen. Al zullen niet al te veel mensen echt dichtbij durven komen.
De gids zorgt er voor dat je niet te dicht bij de dieren komt. De reden is dat ze razendsnel kunnen uithalen. Meestal worden er wandelingen van enkele uren gemaakt waarbij je talloze dieren kunt tegen komen. En hou de parkwachter goed in de gaten. Het eiland Rinca is het meest populair, maar het kan ook goed op het Komodo-eiland.
De bevolking leeft hier al eeuwenlang met de draken. Over de bewoners doen talloze verhalen. Zo ook over Kampung Komodo. Het ligt aan de kust en is het enige dorp op het eiland Komodo. Zelf roepen ze nazaten te zijn van immigranten die enkele honderden jaren geleden vanuit Sumbawa hierheen kwamen.
Anderen zijn van mening dat het nazaten van verbannen misdadigers zijn. Feit is dat hebben leren leven met de Komodovaranen. Hier is sinds 2006 een houten hek geplaatst om de Komodovaranen uit het dorp te houden. In het dorp kun je het dagelijkse leven van de vissers zien. Wees voorbereid op een behoorlijke cultuurschok.
Als vrijwilliger kun je hier de handen uit de mouwen steken. De focus ligt op het beschermen van de dieren en hun leefgebied. Gedurende je verblijf mag je helpen bij het onderzoek naar de varanen, hun prooidieren. Maar je kunt ook educatief bezig zijn met de lokale bevolking. Een bijzondere kans met één van de meest bijzondere dieren ter wereld.
De hoofdattractie is een groot en angstaanjagend dier. Maar hoe krijg je dat enge goed op de foto? Eén van de manieren is om de camera bijna op de grond te leggen en het dier als het ware het beeld in te laten lopen. Maar ja, tot hoe dichtbij? Als oplossing daarvoor kun je inzoomen op het dier. Met als bijkomend resultaat dat de omgeving onscherp wordt. De aandacht wordt dan naar het dier getrokken. En je levende dinosaurus staat er fraai op.
Op Flores zijn de Komodovaranen minder beschermd dan op Komodo en Rinca. Met een lokale gids kun je zien hoe mens en dier proberen samen te leven. En leer je hoe gevoelig de dieren zijn voor verstoring van hun leefgebied, alswel de problematiek met illegale stroperij van hun prooidieren als bijvoorbeeld herten.
Dat de Nederlanders hier als eerste blanken voet aan wal zetten is nog te zien. Op Komodo-eiland ligt het P.A. Ouwen Onderzoeksinstituut bij het Ranger Station. Ouwen was de curator van het Zoölogisch Museum in Bogor op het eiland Java. Hij kreeg een dode Komodovaraan onder ogen die door de Nederlander Van Hensbrack in 1911 werd meegenomen.
Ouwen gaf het dier zijn huidige Latijnse naam. In het Onderzoeksinstituut kun je zien hoe onderzoek naar de diverse dieren hier wordt gedaan, ook al moet je er niet te veel van verwachten. Deze plek ligt in het noorden van Komodo en is het makkelijkst te bereiken vanuit het eiland Sumbawa, dat ten westen van Komodo ligt.
Het Javaans hert, het wild zijn, maar ook grote dieren als wilde buffels en zelfs paarden zijn de prooidieren van de illustere Komodovaraan. Tijdens wandelingen kom je ze geregeld tegen, de parkwachter kan je alles vertellen over de jachttechniek van de Komodovaraan die meestal simpelweg wacht tot zijn prooi voorbij loopt. Intrigerend.
Op Komodo en de andere eilanden komen naast de Komodovaraan nog talloze andere gevaarlijke dieren voor. Waaronder bijtgrage duizendpoten, maar ook giftige slangen. Tot nu toe zijn 12 soorten geteld. Zoals: spugende cobra, Russell’s adder en Witlipbamboeadder.
Het onderwaterleven is misschien wel Komodo’s onverwachte parel. De koraalriffen rond de eilanden zijn extreem rijk aan dierenleven, waaronder talloze soorten vissen, haaien en roggen. En een duik onder water opent een nieuwe wereld.
Het Komodo Nationaal Park kent tientallen duikplekken. Let op: de meeste zijn wel voor ervaren duikers, want de stroming is vaak erg sterk. Nachtduiken zijn hier ook populair. De temperatuur van het water varieert tussen de 20 (natte seizoen) en 28 graden (droge seizoen).
Duikers hebben bij Komodo het gehele jaar bij veel duikplekken te maken met de wisselende getijden. Wie op het juiste moment het water in wil, moet ter plekke vragen naar de getijden tabellen. Of natuurlijk een reis boeken bij de diverse duikorganisatoren, die kiezen sowieso de beste plekken.
Pantai Merah, ook wel bekend als Pink Beach. Oftewel het ‘Roze Strand’ op Komodo-eiland. Volgens kenners behoort dit deze plek tot de beste snorkel plekken ter wereld. Zeker als je kijkt naar de aantallen vis die je hier voor je snorkelmasker ziet zwemmen. Het zicht in het water is meestal zo’n 20 meter. De naam komt van het zand dat je op het strand ziet. Door het vele bloedkoraal hier heeft het witte zand een roze tint gekregen. In het droge seizoen is het meestal beter weer om te snorkelen dan in het regenseizoen.
De eilanden kennen diverse mogelijkheden om te overnachten. Het meest bijzondere is bij de parkwachters, bijvoorbeeld op Komodo-eiland en Rinca. Dus kun je 24 uur bij de dieren door brengen. En ook voordat alle andere toeristen komen op pad. Wat zeker in het hoogseizoen lekker is, ook wat temperatuur betreft. Een bijkomend voordeel is dat je alles kunt leren over de parkwachters, de onderzoekers en natuurlijk de dieren hier. Overigens kun je ook in de vissersdorpen op de eilanden overnachten in zogeheten losmen, wat vaak heel erg basic is.
Een van de beste manieren om het gebied te verkennen is om op het water te overnachten. Ideaal voor als je veel van de eilanden wilt zien. Het is mogelijk om enkele dagen rond te varen, maar ook een week. Ideaal om de eilanden te verkennen en daarnaast te duiken of te snorkelen. En aan het einde van de dag zakt de zon langzaam in de zee, terwijl de boot voor anker gaat in een rustige baai.
Naast zeilboten zijn er ook tal van andere lokale boten, waarmee je naar Komodo kunt vertrekken. Vraag altijd vooraf naar de kwaliteit van de boot, met name naar de ruimte om bijvoorbeeld te slapen of de ruimte aan dek. Er worden tochten van zowel twee sterren (als dat het al is) tot ruim vier sterren aangeboden.
Bij Komodo-eiland alsook bij Rinca leeft een immense groep kalongs (een soort vleerhonden) in een mangrovenbos. Elke avond, nadat de zon is onder gegaan, vliegen deze grote dieren massaal uit. In het laatste licht van de dag zie je ze vlak bij komen. Ze zijn hun weg naar de fruitbomen verderop.
Als je dit wilt zien moet je overnachten op een boot, vraag de gids of je in de buurt van deze dieren kunt overnachten. Blijf op het dek zitten als de zon is ondergang en je krijgt een waar spektakel te zien. Overigens komen de dieren in de vroege ochtend terug. Ook dat zul je waarschijnlijk merken, onder meer door het geluid.
Na de geboorte (rond maart) klimmen de jonge varanen de bomen in, zodat de oudere varanen ze niet kunnen opeten. Deze dieren zijn immers kannibalistisch. Het is dan lastig ze te zien, maar in maart en april heb je een redelijk grote kans. Zeker op Rinca. Ook op een warme dag heb je in de ochtend een redelijke kans om jonge dieren te spotten als ze de verkoeling van de mangroven op zoeken.
Naast de Komodovaraan komen hier veel bijzondere vogels voor. Waaronder het rood boshoen, waarmee de Komodovaraan een bijzondere band heeft. Maar ook kaketoes, bijeneters en talloze andere soorten. Pak je verrekijker en luister naar de vele geluiden, in het bos en op de vlaktes.
Bij Rinca is een bijzondere plek om de gracieuze reuzenmanta te zien vliegen door de oceaan. In de regentijd, zo rond december en januari, komen de dieren hier massaal bijeen. En kun je ze vlak onder het wateroppervlak zien.
Als je snorkelt zie je ze een voor een voorbij komen, al heb je een beetje geluk nodig. Vraag in Labuhan Bajo op het eiland Flores naar de excursies die worden aangeboden om dit natuurspektakel te zien.
De lokale bevolking kent de Komodovaraan al eeuwenlang, maar het dier bleef lang verborgen voor de moderne wetenschap. Pas in 1911 werd voor het eerst melding gemaakt van deze koudbloedige dieren. De Nederlander Van Hensbrack, luitenant van de Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), reisde af naar de eilanden. Hij had diverse berichten van de lokale bevolking gekregen over zogenaamde reuzen van hagedissen.
Als bewijs nam hij een dode Komodovaraan mee. Hij dacht dat de dieren voornamelijk op hun achterpoten liepen. En dat ze extreem goed konden zien en doof waren. Bij later onderzoek bleek precies het omgekeerde, terwijl de dieren bijna altijd op vier poten lopen. Van Hensbrack stuurde het exemplaar naar P.A. Ouwens, curator van het Zoölogisch Museum in Bogor op het eiland Java. Deze voorzag het dier in 1912 van zijn officiële Latijnse naam.
Alle eilanden in deze streek ontstonden door dezelfde vulkanische activiteiten waarbij ook bijvoorbeeld Java, Bali en Sumatra boven water kwamen te liggen. Twee continentale platen botsen hier met elkaar, de Sahul en Sunda. Met het eiland Komodo in het centrale middelpunt. De frictie tussen beiden duwde de aardkorst hier omhoog.
Er zijn tegenwoordig geen actieve vulkanen te vinden, maar trillingen in de bodem zijn hier gewoon. Volgens geleerden kwam eerst het westelijk deel van Komodo boven de zeespiegel uit. Dit was 130 miljoen jaar geleden. Het oostelijk deel van het eiland en de eilanden Rinca en Padar verschenen ‘pas’ 49 miljoen jaar geleden aan de horizon. Wat relatief jong is in het aardse verleden.
Na de erupties ontstond geleidelijk een landschap van savanne, bos en graslanden. Een ruig gebied, waar de natuur voor een deel een eigen weg insloeg. Komodovaranen behoren tot de oudst levende hagedissen en lijken op de uitgestorven dinosaurussen. Volgens wetenschappers is hun afkomst niet helemaal duidelijk.
Ze kunnen zowel afstammen van een grotere voorouder op Java als een voorouder uit Australië, die daar 30.000 jaar geleden rond liep. Feit is dat het een van de weinige levende overblijfselen uit een ver verleden is. En een dier dat in een bijzondere symbiose leeft met een vogel, het rood boshoen.
Het vulkaanlandschap wordt beschouwd als één van de meest wilde stukjes natuur ter wereld. Idyllisch genoeg kunnen ook nu nog de eilanden alleen per boot worden bereikt. Inmiddels is een groot deel van het eiland beschermd in het Komodo National Park.
Nadat de Nederlanders als eerste hier zijn gearriveerd, komen steeds meer bezoekers naar Komodo. Veel mensen zijn onder de indruk. De Amerikaanse onderzoeker Douglas Burden geeft Komodo voor het eerst de waardering die het verdient. In zijn dagboek schrijft hij: ,,Met zijn fantastische omtrekken, enorme palmen als wachters en de kale vulkanische schoorsteen is dit een passende plaats voor de grote saurussen waar we speciaal voor gekomen zijn.”
Komodo is ondertussen redelijk bekend, of eigenlijk de bewoners. Maar de extreem rijke onderwaterwereld rond Komodo en de andere eilanden is voor veel mensen onbekend. Maar duikers (en ook snorkelaars) waarderen dit gebied vanwege de grote rijkdom aan diersoorten. Ook al is dit gebied niet voor onervaren duikers, aangezien de duiken relatief lastig zijn. Snorkelaars kunnen de vele ondiepe riffen langs de kust verkennen.
De koraalriffen voor de kust vormen een thuis voor meer dan 1.000 soorten vis, 260 soorten koraal en 70 soorten sponzen. De verscheidenheid is zo groot doordat deze eilanden op de grens van het tropische rif liggen, maar ook veel dieren huisvesten uit de koelere zeeën in het zuiden.
Deze rijkdom trekt weer talloze andere dieren aan. En omdat je als toerist met de boot moet komen zit je vaak meerdere uren op het water. En is de kans groot om ook andere zeedieren tegen te komen, zoals dolfijnen, zeeschildpadden en walvissen. Wat Komodo Nationaal Park een extra glans geeft.
Het regenseizoen duurt van november tot eind maart. Het zijn de enige maanden dat de eilanden veelvuldig te maken krijgen met regen. De eilanden zijn (met name vanaf januari) dan opvallend groen. De gemiddelde temperatuur is zo’n 30 graden, maar de lucht heeft wel een hoge luchtvochtigheidsgraad. Dit is de tijd dat de eilanden ruig en wild zijn. Wie daarvan houdt, kiest voor dit seizoen. Neem wel genoeg dagen de tijd, het kan dan immers ook de gehele dag regenen. Meestal regent het een uur of twee.
Van april tot november is de beste tijd om de eilanden te bezoeken. Hou er dan wel rekening meer dan het landschap veelal droog en dor is. In deze tijd kan het kwik 40 graden bereiken. Veel dieren zoeken dan de schaarse waterpoelen op.
De Komodovaranen zijn wild en gevaarlijk. Elk jaar verkijken toeristen zich op de snelheid van de reptielen. Zeker bij het maken van een foto hebben mensen soms niet door hoe dichtbij het dier al is. En het is een roofdier dus hij gaat niet aan de kant. De parkwachter ter plekke geeft verbaal, en met zijn speciale stok, aanwijzingen. Luister er naar.
De enige manier om hier is te komen is per boot. Wees goed voorbereid met medicatie als je geen zeebenen hebt … Het kan er hier ruig aan toe gaan.
Corno's Reistips